Veelgestelde vragen

Bekijk de veelgestelde vragen op deze pagina. Staat jouw vraag er niet tussen? Neem dan gerust contact met ons op.

Bepaalde kiemen (zoals taugé) moeten in het donker worden gekweekt. Onder invloed van licht worden er namelijk al in een heel vroeg stadium blaadjes en worteltjes gevormd. De energie gaat vanaf dat moment vooral in de blaadjes zitten en dit gaat ten koste van het scheutje.

In z’n algemeenheid kun je stellen dat licht zorgt voor de aanmaak van vitamine C. Dit gaat vaak wel enigszins ten koste van de aanmaak van vitamine B2. Dit kan een argument zijn om kiemen in het donker te kweken omdat we normaal gesproken niet zo snel een tekort aan vitamine C zullen krijgen. Zelf hanteren we een soort middenweg door enkele soorten kiemen de laatste dag in het licht te zetten.

De blaadjes van de kiemen die in het licht worden gekweekt zullen uiteindelijk ook een andere kleur hebben. Zo worden de blaadjes van bijvoorbeeld radijskiemen donkergroen als ze in het licht staan, en zullen ze geel blijven als ze in het donker staan. Voor de meeste kiemen geldt dat de éne manier dus niet per se beter is dan de andere, het heeft met persoonlijke voorkeur te maken.
Echter, zet een (weck)pot met kiemen nóóit in direct zonlicht!

Daar het een ‘levend’ product betreft, is het belangrijk dat het kan blijven ‘ademen’. Het gaatje in de sticker maakt dit mogelijk, waardoor de kiemen ook minder snel bederven.

De concentratie van de meeste voedingsstoffen is in kiemen op z’n hoogst. Vanaf het ontkiemen tot aan het volwassen worden neemt deze concentratie af. Dit betekent dat er in 100 gram kiemen (veel) meer voedingsstoffen zitten dan in 100 gram volwassen groente(n). Bij een vergelijking tussen kiemen en groente van hetzélfde gewicht ‘scoren’ kiemen dus véél hoger. Dit moet echter wél in het juiste perspectief worden gezien daar kiemen normaalgesproken in veel kleinere porties (qua gewicht) worden gegeten dan volwassen groente(n).

Voor onze producten geldt dat peulvruchtkiemen zoals taugé en sprouty kunnen worden ingevroren, mits ze vanuit ingevroren toestand direct worden verwerkt in bijvoorbeeld een roerbakschotel. Voor rauwkostkiemen geldt dat ze vanwege hun kwetsbaarheid niet kunnen worden ingevroren.

Dit kan zijn vanwege een onjuiste kweekmethode. De meeste zaden en bonen behoeven een inweektijd; een periode van 6 tot 12 uur waarin het zaad in ruim water staat. Gedurende deze periode zwelt het zaad op. Als deze fase achterwege wordt gelaten of wordt vergeten, kan het vele dagen duren alvorens het stadium wordt bereikt dat normaal na die inweektijd al wordt bereikt. Tevens zal er een grotere uitval van niet of slecht ontkiemd zaad zijn.
Zorg ten allen tijde voor de juiste kweekmethode! Deze staat aangegeven op de achterzijde van onze zaadzakjes.

Zie thuiskiemen (weckpot-methode en schotel-methode) voor een meer uitvoerige omschrijving hiervan.

Een andere mogelijkheid is dat het zaad betreft dat gewoonweg niet geschikt is om te (ont)kiemen. Denk bijvoorbeeld aan linzen, bonen of erwten die in de winkel te koop zijn en bedoeld zijn om te koken en waarbij de ouderdom er niet toe doet. De kiemzaden van De Peuleschil daarentegen zijn speciaal geselecteerd op kiemkracht en zijn zeer geschikt om te (ont)kiemen. Dit zaad gebruiken we zelf ook voor onze verse kiemen waardoor de kwaliteit/kiemkracht ervan constant gewaarborgd is.

Tijdens de productie van onze kiemen wordt géén gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen, kunstmesten e.d. Wat dit betreft is het dus niet nodig om de kiemen te wassen. Wél gebruiken we voor een aantal kiemsoorten het wassen als middel om de kiemen grotendeels van pelletjes te ontdoen en om onontkiemd zaad te verwijderen, zodat er een frisser uiterlijk ontstaat. Ook thuiskiemers kunnen om deze redenen hun verkregen kiemen wassen. Dit is echter niet noodzakelijk; de pelletjes zijn gewoon eetbaar en bevatten bovendien veel ruwe vezels.

Uit eigen ervaring alsmede de ervaringen van diverse thuiskiemers is gebleken dat (voor de meeste soorten) de weckpot-methode de grootste kans op succes en tevredenheid biedt.

De vragen en klachten van mensen die tijdens het thuiskiemen op allerlei problemen stuitten, waren voornamelijk te wijten aan andere (niet naar tevredenheid werkende) kiemmethodes, alsmede het gebruik van zaden/bonen die hiervoor minder of niet geschikt zijn.

Het overstappen op de ‘weckpot-methode’ bleek veelal de oplossing. Deze methode is ook véruit de goedkoopste. Meer dan een weckpot, een stukje horrengaas en een stevig elastiek is er namelijk niet voor nodig. Dit in tegenstelling tot de professionele kiemtorens, spoelbakjes e.d. die tegen hoge prijzen worden aangeboden.

Sommige soorten behoeven echter een afwijkende methode, de zogenaamde tuinkersmethode. Hiervoor volstaat een simpel schoteltje, bordje of bakje (bijv. ons sproutybakje) met een wattenlaag.

Op de achterkant van onze zaadzakjes staan de verschillende kweekmethodes omschreven, en op de sticker staat vermeld welke kweekmethode voor desbetreffende soort te hanteren. 

Nee, dit is geen schimmel. Deze fijne haartjes zijn eigenlijk hele kleine worteltjes die kunnen ontstaan bij gebrek aan water, of wanneer ze het stadium ‘kiem’ voorbij zijn. Het eten hiervan kan dus geen kwaad.

Dat kan komen door de verschillende kweekmethodes. Zo kweken wij bijvoorbeeld de taugé in grote bakken die van boven met water worden besproeid. Op deze manier kan de taugé alleen maar recht omhoog groeien. De taugé die verkregen wordt middels de weckpotmethode is veel kronkeliger omdat het na elke spoelbeurt weer een andere kant op kan groeien.

Broccoli- en andere kool-kiemen (behorend tot de brassicaceae-familie) bevatten glucosinolaten. Uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat deze stoffen een rol spelen bij het voorkomen van kanker, hart- en vaatziekten. Het is echter (nog) niet aangetoond dat ze ook een genezende werking hebben.

Een aantal jaren geleden hebben we samen met de Universiteit Wageningen een onderzoek gedaan naar deze glucosinolaten. Naar aanleiding van dit onderzoek hebben we brassicamix op de markt gebracht; een mix van broccolikiemen, rode koolkiemen en koolraapkiemen, alle met een eigen spectrum aan glucosinolaten. Er zijn namelijk vele soorten, en met de brassicamix beoogden we hierin wat diversiteit.

Door de groeiende vraag naar broccolikiemen hebben we uiteindelijk óók deze toegevoegd aan ons assortiment. Gebleken is dat óók radijskiemen en tuinkers glucosinolaten bevatten.

Kiemen dienen goed afgesloten in de koelkast te worden bewaard. Echter niet luchtdicht; het betreft een levend product dat de mogelijkheid moet hebben te ‘ademen’. Om die reden zit er een klein gaatje in de sticker. Als het de bedoeling is om na gebruik een deel van de kiemen te bewaren, maak dan de folie aan de smalle zijde van de onderkant voorzichtig los en trek deze vervolgens omhoog. Hersluit het bakje met overgebleven kiemen door de folie weer naar beneden te trekken. Het is natuurlijk ook mogelijk een restant kiemen te bewaren in een willekeurig bakje, doosje of zakje. Zorg er echter altijd voor dat de kiemen niet luchtdicht worden afgesloten. Een tip van een trouwe gebruiker: het lage sproutybakje blijkt een ideaal dekseltje voor de hoge bakjes, dit past namelijk perfect.
We raden aan om peulvruchten voor gebruik (afhankelijk van de grootte) 2 tot 8 minuten te verhitten. Dit gebeurt bij bereidingswijzen als roerbakken, koken, blancheren, smoren etc. al automatisch, máár ook indien peulvruchten rauw gegeten worden in bijvoorbeeld een salade, wordt aanbevolen ze te verhitten voor gebruik. Het is bekend dat rauwe peulvruchten beter niet in grote hoeveelheden rauw gegeten kunnen worden vanwege bepaalde licht-giftige eiwitfracties die er in zouden zitten. Het is echter zeer waarschijnlijk dat deze stoffen door het kiemen verdwijnen (al het oorspronkelijke wat in het zaad zit, wordt omgezet in voor de mens gunstige voedingsstoffen), en dus niet of nauwelijks nog invloed zullen hebben. Maar hier is weinig wetenschappelijks over bekend. En nogmaals: als het al zo is dat ontkiemde peulvruchten (nog) licht-giftige eiwitfracties bevatten, dan is dat alleen bij inname van grote hoeveelheden. Dus af en toe wat rauwe peulvruchten kan geen kwaad. Verder raden we aan peulvruchten te verhitten omdat daardoor (en dat is veel mensen niet bekend) bepaalde voedingswaarden juist toenemen. Er komen hierdoor namelijk stoffen vrij die er voor zorgen dat andere stoffen beter opneembaar zijn. En niet onbelangrijk: de smaak neemt toe, en de bittere rauwe bonen-smaak neemt af.
De Peuleschil geeft op de zaden een ten minste kiemkrachtig tot 600 dagen vanaf de verpakkingsdatum garantie. Het is wel de bedoeling dat de zaden droog en afgesloten bewaard worden.
Ja, alle producten zijn GMO vrij. Omdat al onze aangekochte zaden biologisch zijn, hangt daarmee samen dat ze ook GMO-vrij zijn.